|
In 1935 werden de Comedian Harmonists
gedwongen zichzelf op te heffen en werd hen door de
Nazi's voor eeuwig het zwijgen opgelegd. Met de
stilte aan stukken verbreekt Frommermann dit
zwijgen en krijgt het repertoire van de Comedians weer
een stem.
De Comedian Harmonists, vijf zangers en een pianist,
waren eind jaren twintig en begin jaren dertig van de
vorige eeuw in Duitsland een sensatie. Zij werden vooral
bekend vanwege hun grote verscheidenheid aan vocale
stijlen en het gevoel voor humor waarmee ze close harmony
op het podium brachten. Hun repertoire strekte zich
uit van (bewerkte) klassiekers tot volksliedjes en sentimentele
hits.
In korte tijd groeiden zij uit tot internationale beroemdheden
met optredens in Europa en de Verenigde Staten. Zij
waren te horen op vele radiostations, maakten platen
en traden op in verschillende films.
Oprichter van de Comedian Harmonists in 1927 was arrangeur
Harry Frommermann. Geïnspireerd door de muziek
van de populaire Amerikaanse groep The Revelers vatte
hij het plan op een soortgelijk Duits vocaal ensemble
te vormen. Hij arrangeerde een paar nummers en plaatste
een oproep voor jong zangtalent in een locale Berlijnse
krant. Tientallen werkloze arbeiders zonder enige kwalificatie
meldden zich voor de auditie in Frommermanns appartement.
Onder hen trof Frommerman de bas Robert Biberti, die
zijn passie voor The Revelers deelde. Samen bepaalden
ze de uiteindelijke samenstelling van het ensemble;
Ari Leschnikoff en Erich Collin, tenor, Roman Cycowski,
bariton, Robert Biberti, bas en Erwin Bootz, piano.
Voor zichzelf schreef Frommermann een partij als Buffo-tenor
en instrumenten-imitator. Na maandenlang gedisciplineerd
repeteren in een nachtclub, vonden de zangers hun eigen
muzikale stijl. De doorbraak van de Comedian Harmonists
volgde snel. Hun eerste internationale concert gaven
zij in Amsterdam in november 1930.
Na de benoeming van Hitler tot rijkskanselier in 1933,
op het hoogtepunt van hun carrière, werd de boycot
van de Comedians door de Duitse regering zeer voelbaar.
Drie van de zangers waren joods. In eerste instantie
werd de groep verboden stukken van joodse componisten
uit te voeren. Niet lang daarna werden alle optredens
van joodse artiesten afgezegd. Het Nazi-regime ging
zelfs zo ver dat in plaats van de orginele Comedians
een alternatieve, ‘arische’ groep met dezelfde
naam in het leven geroepen werd.
Frommermann brengt in de stilte aan stukken
een aubade aan de oorspronkelijke Comedian Harmonists
en zingt klassiekers zoals:
Veronika, der Lenz ist da
Tout le jour, toute la nuit
Ouverture Der Barbier von Sevilla
Guter Mond, du gehst so stille
Wochenend und Sonnenschein
Mein kleiner grüner Kaktus
Mein Onkel Bumba
In einem kühlen Grunde
Kannst du pfeifen Johanna
Schöne Isabella von Castilien
Lebe wohl, gute Reise
|
|